Doden op internaat: waarom onderzoekt OM wel de jongens en niet de meisjes?

Volgens Volkskrant-verslaggever Peter de Graaf komt dit doordat bij het jongensinternaat al eind jaren vijftig van verschillende kanten vermoedens waren van een te hoog sterftecijfer.

Vermoedens bij meerdere instanties
De Graaf: 'Het gaat, zoals bekend, om begin jaren vijftig. Al aan het einde van dat decennium bestonden er bij meerdere instanties vermoedens van een alarmerend hoog sterftecijfer bij het jongensinternaat. Bij het Bisdom Roermond, de arbeidsinspectie, kinderbescherming en waarschijnlijk ook bij een inspecteur van het ministerie. Daar is de de commissie-Deetman (die onderzoek doet naar seksueel misbruik binnen de katholieke kerk) op aangeslagen. Hiervoor hebben ze bewijs uit de archieven kunnen vissen. Samen met de statistieken vormt dit genoeg aanleiding voor het OM om een onderzoek te starten.'

Bij de meisjes van Sint-Anna ligt dit volgens De Graaf anders. 'Blijkbaar is er niets of niet genoeg in de archieven gevonden, dat wijst op vermoedens of verdenkingen. Dan blijven alleen de statistieken over. Met andere woorden: je weet alleen hoeveel meisjes er zijn overleden, niet waarom.  Het meisjesinternaat was waarschijnlijk wel twee keer zo groot als het jongensinternaat. En je weet niet hoe sterk of zwak veel van die meisjes waren. Overigens sluit het OM niet uit dat er niets is gebeurd, maar ze gaan niet af op alleen de statistieken.'

Of zoals een woordvoerdster van het OM vandaag zei: 'Cijfers alleen zeggen niet zoveel. Het gaat ook om de context.'

Meer meisjes dan jongens overleden
Bij Sint Anna zouden in de periode van 1952 tot 1954 zelfs meer meisjes zijn overleden dan jongens in het internaat Sint-Joseph. Het exacte aantal gestorven meisjes is niet bekend. Bij het jongensinternaat zouden in deze periode 34 jongens zijn overleden. De commissie-Deetman verwacht eind dit jaar haar bevindingen te presenteren.