Direct naar artikelinhoud

'Extremisten tonen noodzaak vrij debat'

Extremisten tonen aan hoe essentieel een open debat en het vormen van compromissen met je politieke concurrenten zijn voor een liberale democratie.

Geert Wilders van de PVV schudt na het Verantwoordingsdebat de hand van minister Jan Kees de Jager van Financien. PvdA-leider Job Cohen kijkt toe.Beeld anp

De eerste uren na de bomaanslag in Oslo was bijna iedereen ervan overtuigd dat het weer het werk van islamitische terroristen was. Journalisten en 'terrorisme-experts' speculeerden over welke 'Al-Qaeda-tak' verantwoordelijk was. Sommige rechtse commentatoren haalden reeds hun gram op de slappe en naïeve progressieven die zich zo lang hadden verzet tegen hun boodschap dat het grote gevaar van 'de moslims' kwam.

Hoe anders was het enkele uren later, toen bleek dat de schutter een blanke Noorse man was met rechtsextremistische ideeën. Terwijl de rechtse bloggers verstomden om even later de schutter als 'gek' te diskwalificeren, vlogen progressieve commentatoren in de pen en volgde er een tsunami aan artikelen waarin de moord als logische consequentie van de islamofobe propaganda door extreemrechtse partijen en politici als de Noorse Vooruitgangspartij en Geert Wilders werd beschreven.

Iedere terreuraanslag wordt de speelbal van politiek opportunisme en een voorspelbaar blame game, waarin 'wij' als heterogeen en individueel verantwoordelijk worden gezien, en 'zij' als homogeen en collectief verantwoordelijk. Dit is een oermenselijk verschijnsel, dat in de sociale wetenschappen wij-zij denken of ingroup-outgroup differentiation wordt genoemd. Hoewel dit verschijnsel vaak exclusief wordt toegeschreven aan extreemrechts, in de vorm van 'etnocentrisme', is het eigen aan elk groepsdenken.

Opportunisme
Wie herinnert zich niet de felle discussie na de moord op Pim Fortuyn in 2002, toen vrienden van Pim 'de linkse kerk' beschuldigden van het scheppen van een klimaat van haat dat Volkert van der G. tot de moord leidde. Evenzeer wordt na iedere islamistische terreuraanslag (waar ook ter wereld) van zowat iedere Nederlandse moslim geëist dat hij die veroordeelt. En nu is het dan eindelijk de beurt aan de 'multiculturalisten' om hun morele gelijk te halen: de extreemrechtsen en andere islamofoben moeten eraan geloven, het is allemaal hun schuld. Opportunisme ten top!

Geert Wilders is evenzeer verantwoordelijk voor de moorden in Noorwegen als Paul Rosenmöller voor de moord op Pim Fortuyn of Mohammed met de Pet voor de moord op Theo van Gogh. Juridisch ligt de schuld bij de dader en alleen bij de dader. Moreel is de schuldvraag meer gecompliceerd. Heeft Wilders een morele verantwoordelijkheid voor de moorden in Noorwegen? Of tenminste voor het vijandige klimaat ten opzichte van moslims in Nederland? Mocht Wilders zijn islamofobe uitspraken puur doen uit electoraal winstbejag, dan zou ik zeggen 'ja'. Maar wat als hij echt gelooft in wat hij zegt?

We leven in een liberale democratie en de basis van ons rechtsstelsel is individuele verantwoordelijkheid. Collectieve verantwoordelijkheid bestaat slechts in morele termen en zelfs dan primair als interne gewetensstrijd. Het zou Wilders sieren, mocht hij zijn retoriek over moslims herdenken in het licht van deze moord, net zoals dat gold voor politici als Rosenmöller en Thom de Graaf na de moord op Fortuyn. Maar verantwoordelijk zijn en waren ze niet. Daarom zal een volgende aanslag ook niet kunnen worden uitgesloten, zelfs al vinden we onze weg (terug) naar een beschaafd debat over de multiculturele samenleving.

Debat
GroenLinks-Kamerlid Tofik Dibi heeft een Kamerdebat aangevraagd met premier Rutte en minister van Binnenlandse Zaken Donner over angst voor buitenlanders. Dit debat zal weinig uithalen, daar het als puur politiek wordt gezien door de 'aangeklaagden'. Daarbij heeft Nederland veel meer behoefte aan een inhoudelijk debat over de multiculturele samenleving dan aan een partijpolitiek debat over het multicultureel debat.

Tot nu toe is dat debat over de multiculturele samenleving namelijk nog amper inhoudelijk gevoerd. Hoewel de politieke correctheid van links naar rechts is verschoven, en men nu bijna niet meer mag zeggen dat er ook goede kanten aan de multiculturele samenleving zitten, zijn we qua beleid en serieuze beleidsvoorstellen nog steeds aangewezen op ad hoc-initiatieven en agressieve en ontwijkende retoriek.

De Noorse premier Jens Stoltenberg zei na de aanslag dat Noorwegen niet voor terrorisme zal zwichten en dat Breivik Noorwegen er niet van zal weerhouden te streven naar een betere wereld. Dit moet de les zijn voor ieder land, na iedere terreuraanslag, ongeacht de politieke of religieuze achtergrond. Extremisten tonen juist aan hoe essentieel een open debat en het vormen van compromissen met je politieke concurrenten (niet vijanden!) voor een liberale democratie zijn. Hopelijk begint Nederland eindelijk aan het echte multiculturalismedebat. Laat het geen dovemansgesprek worden.

Cas Mudde is Nancy Schaenen Visiting Scholar aan DePauw University in Greencastle (Indiana) in de Verenigde Staten. Hij is auteur van Populist Radical Right Parties in Europe (Cambridge University Press, 2007).